Kooikers & Mini-Paarden

 

PATELLA LUXATIE

De patella of knieschijf, is het glijbeentje in de dijbeenspier van en aan een patella luxatie.
Een gecompliceerde operatie met de nodige kosten voor de eigenaar. De patella zorgt ervoor dat de pees van de dijbeenspier soepel over de knie heen kan glijden. Met de dijbeenspier kan de poot gestrekt worden (denk aan de kniepeesreflex met het hamertje).

 

 

 

De patella wordt op zijn plek gehouden door:
• de groeve in het dijbeen
• de kniepees, die van de patella naar het scheenbeen loopt
• de dijbeenspier
• twee bandjes die aan weerszijden van de patella vastzitten
Bij een patella luxatie ligt de patella niet meer in de groeve van het dijbeen maar links of rechts er naast. Bij een jong dier met aanleg voor patalla luxatie ligt de patella vaak nog wel in de groeve, maar kan er af en toe afschuiven. Naarmate het dier ouder wordt kalft de rand van de groeve steeds verder af zodat de patella steeds vaker luxeert, soms raakt de patella zelfs permanent geluxeerd (zie röntgenfoto).

We kunnen de patella luxatie in 4 gradaties onderverdelen:
• Graad 1: de patella luxeert heel af en toe, maar beweegt dan uit zichzelf weer terug in de groeve. Met dan hand kan de patella geluxeerd worden.
• Graad 2: de patella luxeert regelmatig en geeft dan problemen, de patella kan gemakkelijk weer terug in de groeve gebracht worden.
• Graad 3: de patella is continue geluxeerd, maar kan wel met de hand terug is de groeve gebracht worden.
• Graad 4: de patella is continue geluxeerd en kan niet meer terug in de groeve gebracht worden.
Aan een hond met een patella luxatie hoef je niet altijd iets te merken, zeker bij de kleine rassen zie je vaak niets. Soms valt op dat de hond minder graag springt. In ernstigere gevallen is de hond duidelijk kreupel en hinkelt dan. Het is voor ons vrij eenvoudig vast te stellen of de hond een patella luxatie heeft, soms kan een röntgenfoto uitsluitsel bieden.
Een patella luxatie kan verholpen worden door een operatie, afhankelijk van de exacte klachten kunnen de volgende handelingen worden verricht:
• het uitgerekte gewrichtskapsel met bandje in korten
• het botuitsteeksel waar de kniepees aanhecht te verplaatsen
• de groeve waar de patella in glijdt dieper maken
De prijs van deze operatie is tussen de 300 en 500 euro afhankelijk van de grootte van de hond.

Een praktijkvoorbeeld.
Een vriendin van mij heeft een cairn terrieër van 10 jaar oud. die recent een gecompliceerde operatie heeft ondergaan aan een patella luxatie en gescheurde kruisbanden.

Bella is 10 jaar en iedere keer als ik Bella zag vertoonde ze het beeld van een patella luxatie.

We zijn met Bella naar de dierenarts gegaan waar foto’s werden gemaakt en  mijn veronderstelling juist bleek te zijn.
Er kwam nog een complicerende factor bij nl gescheurde kruisbanden.

De operatie:
Om 11 uur moest Bella bij de kliniek zijn.
Bella werd onder narcose gebracht en er waren reeds voorbereidingen getroffen voor de operatie.


De hele operatie nam ongeveer 1,5 uur in beslag.
Een goede ervaren dierenarts heeft de nodige specialistische opleidingen gehad en minstens zo belangrijk, hij heeft ook de nodige praktische ervaring.


Na anderhalf uur werd de eigenaar bij Bella gebracht en bijgepraat t.a.v. de resultaten en bevindingen.
De operatie was geslaagd en Bella kon weer mee naar huis.

 

 


Revalideren:
Bella mag dus de eerste maanden alleen onder begeleiding naar buiten en moet vooral benchrust hebben.
Minstens, zo niet belangrijker, is het revalidatieproces, Bella gebruikt al weer voor minstens 50% haar geopereerde achterbeen.

Gemiddeld staat hier toch wel 4 mnd voor.
Nu, 2 maanden verder zijn de resultaten verbluffend.


Conclusie:
Een patella operatie is in 99% van de gevallen effectief met de opmerking dat ik geen veterinair ben.
Revalideren is een langdurig proces en een geslaagde operatie maakt dat de pijnklachten weg zijn en de hond weer normaal kan lopen en zijn geopereerde been normaal kan belasten.

 

Onze kooikers zijn preventief onderzocht op patella luxatie en zijn vrij bevonden van deze erfelijke aandoening.
Dit wil niet zeggen dat de pups het niet kunnen krijgen. Als fokker probeer je natuurlijk erfelijke ziektes uit te bannen maar je kunt niets alles voorkomen, fokken is ook hier soms gokken.
 Wij hebben  de laatste jaren geen pups meer gefokt die deze afwijking vertoonden waar we natuurlijk blij om zijn.

 

========================================================================

Baarmoederontsteking of pyometra

inleiding

Een pyometra of baarmoederontsteking is een bacteriële infectie van de baarmoeder.
Een pyometra van 4.2 kg bij een labrador retriever.

Dit komt vooral bij oudere teven en katinnen voor, maar af en toe zien we ook nog tamelijk jonge honden.
Het kan ontstaan na een loopsheid of na de bevalling van een nestje pups, maar bij sommige honden is de loopsheid al meer dan een half jaar niet meer opgemerkt.
Bij katten kan het ook voorkomen bij een afgebroken dracht wanneer de “kattenpil”, per ongeluk, verder wordt gegeven nadat de kat gedekt is.

oorzaak

Alle gezonde honden produceren tijdens een bepaalde periode van de cyclus progesteron. Bijvoorbeeld tijdens de dracht, na de loopsheid en bij honden langdurige schijnzwangerschap.
Deze hoge en langdurige progesteron-spiegels ontstaan ook na behandeling met anticonceptiemiddelen (de ‘prikpil’). Gedurende de periode dat de progesteron spiegel hoog is in het bloed is een dier veel vatbaarder voor infectie van de baarmoeder.
Door de progesteron verandert namelijk het baarmoederslijmvlies en ontwikkelt zich een zogenaamde CEH (Cysteuze Endometrium Hyperplasie). Dit is al een voorbode van een beginnende baarmoederontsteking.
Als dit veranderde slijmvlies ontstoken raakt, dan ontwikkelt zich hieruit een baarmoederontsteking. De bacteriën die de baarmoeder infecteren zijn afkomstig uit de vagina.
Een “open”pyometra bij een Beagle van 10 maanden oud, de hond werd aangeboden met uitvloei, 41°C koorts en braken.

De kans op een baarmoeder-ontsteking is bij honden veel groter dan bij poezen of andere diersoorten. Dat heeft te maken met het feit dat honden vaker onder hogere concentraties progesteron staan, zoals boven al genoemd.
Toediening van oestrogenen (dat is weer een ander vrouwelijk hormoon) bij ongewenste dekking geven eveneens een verhoogd risico op het ontstaan van een baarmoeder-ontsteking.
Een gesloten baarmoederontsteking bij een siamees na de dekking. De baarmoeder woog 750 gram en de kat zelf 3.270 kg. De eigenaars dachten dat ze drachtig was….

Mede om deze reden wordt dat laatste nauwelijks meer gebruikt na een ‘ongewenste dekking’, maar zijn er tegenwoordig gelukkig veiliger middelen om de dracht af te breken.

symptomen

Symptomen van een baarmoederontsteking zijn onder andere lusteloosheid, koorts en, doorgaans erg opvallend, veel plassen en veel drinken (polyurie en polydipsie).
Niet alle verschijnselen hoeven aanwezig te zijn. Ook heeft de hond of kat weinig eetlust, braakt af en toe. Het verhaal van de eigenaar is vaak dat de hond of kat al vele weken lusteloos is.

Vaak is een uitvloeiing uit de vulva te zien en dan spreken we van een open pyometra.

Maar gevaarlijker wordt het als de baarmoedermond (cervix) gesloten is waardoor de pus als het ware zit opgesloten, dan spreken we van een gesloten pyometra.

Diagnose

De diagnose kan worden gesteld aan de hand van de symptomen, met behulp van een röntgenfoto of met echografie of door bloedonderzoek.
Meestal zal een combinatie van enkele van deze onderzoeksmethoden tot de uiteindelijke diagnose leiden.

Behandeling

  • gewone pyometra

De beste behandeling van een baarmoederontsteking bestaat bijna altijd uit het verwijderen van de baarmoeder en de eierstokken. De meeste dieren herstellen bijzonder snel na deze ingreep.

 

Foto 1 : de pyometra is zo groot dat we moeite hebben om hem buiten de buik te krijgen
Foto 2 : de baarmoederontsteking was maar op één hoorn
Foto 3 : de baarmoeder had een gewicht van 1.730 kg, de hond woog 5.2 kg……

Bij ons moeten honden met een pyometra standaard 3 dagen aan het infuus blijven op de kliniek om een nierblokkage te voorkomen. Dit is en van de complicaties na een pyometra.
Uiteraard wordt er bloed genomen bij deze honden voor de nierwaarden te bepalen zowel voor als na de operatie om te zien of de hond wel naar huis mag.

  • Gesprongen pyometra

Soms hebben we te doen met een gesloten pyometra die springt in de buik. Dit is een levensgevaarlijke situatie en moet als een emergency aanzien worden. Doordat de etter in de buik terecht komt gaan de bacterieën uit de etter snel in de bloedbaan en kan het dier in shock gaan. Die etter moet er zo vlug mogelijk uit en de buik moet dan gespoeld worden. Meestal steken we dan een abdominale drain en spoelen we de buik nog drie dagen na.

 

Op de  eerste foto zie je de baarmoeder gesprongen is en de buik wordt leeggezogen.
 

Als de baarmoeder eruit is kun je de schade aan de darmen en het buikvlies zien. Na de operatie moet de hond nog een vijf dagen aan het infuus.

Voor sommige eigenaars en dan vooral fokkers is het een must dat de baarmoeder blijft zitten. Wij behandelen deze dieren dan met een prostaglandine preparaat waardoor de baarmoeder gaat samentrekken en de etter zo gaat uitdrijven. Dit natuurlijk in combinatie met een antibioticakuur.

Als geen behandeling wordt ingesteld bij een baarmoederontsteking zal het dier uiteindelijk ook overlijden.

Prognose

De prognose is na sterilisatie meestal goed, maar indien het dier te lang met een pyometra rondgelopen heeft, kunnen de nieren onherstelbaar beschadigd zijn door de toxische stoffen die in de bloedstroom terecht gekomen zijn. Deze kunnen andere organen ernstig beschadigen (nieren, lever).
Reageert een baarmoederontsteking wel goed op antibiotica, dan is de vruchtbaarheid daarna vaak verminderd. Een nest zit er dus vrijwel nooit meer in.

 Onze eigen  praktijk:

 Stip, jullie kunnen haar zien op onze site, is een jack russeltje van 11 jaar oud. Ze heeft een paar nestjes pups gehad en geniet nu van haar welverdiende rust.

Na het fokken  kreeg Stip last van schijnzwangerschap met daarna ernstige vaginale uitvloeing.

Uiteindelijk hebben we zeer recentelijk besloten haar te laten opereren. De onderstaande tumor werd bij haar verwijderd.

 

 De herstelperiode gaat  vrij snel, na 1 week is ze weer vrolijk en we hopen dat ze nog lang bij ons mag blijven. Een dergelijke operatie kost in Nederland 450 euro voor een kleine hond.

 

Wel of niet laten castreren/steriliseren?

Sterilisatie

U heeft net een pup gekocht. Het is een teefje en u vraagt zich af wat nu de voor- en nadelen zijn van het steriliseren en of een sterilisatie al dan niet aan te raden is.

Doorgaans kan je stellen dat, als u niet wenst te fokken met uw hond, een sterilisatie sterk aan te raden is.  Bij een sterilisatie worden door middel van een operatieve ingreep de beide eierstokken weggenomen.  Enkel bij een afwijking aan de baarmoeder (meer bij oudere honden) wordt ook de baarmoeder weggenomen.  Dit is een routine ingreep die gebeurt tijdens een ‘dagopname’.  De meeste honden herstellen zeer snel en zijn slechts de eerste dagen na de operatie een beetje stiller dan gewoonlijk. 

De voordelen van het steriliseren op een rijtje :

– uw hond wordt niet meer loops en verliest dus geen bloed meer

– uw hond kan niet meer ongewenst gedekt worden

– uw hond kan geen baarmoederontstekingen meer krijgen

– uw hond kan geen baarmoederkanker of eierstokkanker meer krijgen.

– de kans op melkkliertumoren daalt drastisch bij een sterilisatie op jonge leeftijd

– de kans op suikerziekte verkleint

Er zijn echter ook nadelen, doch heel beperkt in aantal :

– veel honden hebben na een sterilisatie een verhoogde gevoeligheid voor zwaarlijvigheid.  Dit kunt u echter vermijden door na de sterilisatie de voeding aan te passen.

– een klein percentage van de honden kan enige tijd na de ingreep af en toe urine verliezen.  Dit komt door een verminderde werking van de sluitspier van de blaas.  Dit ongemak kan gemakkelijk verholpen worden met geschikte medicatie.  Ook het beperken van overgewicht leidt tot een verminderd voorkomen van dit probleem.

Sterilisatie

 

Hormonale anticonceptie

Hormonale anticonceptie (de prikpil) wordt steeds minder toegepast.  De reden hiervoor is dat het gebruik ervan, zeker op langere termijn, heel wat nadelen heeft :

– de kans op baarmoederontstekingen neemt aanzienlijk toe

– de kans op melkkliergezwellen neemt toe

– de kans op suikerziekte stijgt

– de werking van de prikpil is niet steeds 100% en dus geen garantie voor ongewenste dekking

– op lange termijn is het duurder dan een operatieve ingreep (sterilisatie)

Aangezien het risico van een operatieve ingreep (sterilisatie) door de jaren heen heel veel kleiner geworden is, opteren dan ook meer en meer mensen voor sterilisatie.  De risico’s verbonden aan de anesthesie zijn minimaal geworden en de ingreep zelf gebeurt routinematig met slechts heel zelden complicaties tot gevolg.

Het gebruik van de prikpil wordt vandaag de dag eerder voorbehouden voor mensen die in de toekomst een nestje plannen met hun viervoeter.

Castratie

Castreren of niet ?  Dit is een genuanceerder verhaal.  Doorgaans zijn er twee belangrijke indicaties voor het castreren van een mannelijke hond :

– het onvruchtbaar maken

het verminderen van bepaald ongewenst gedrag zoals hypersexualiteit, weglopen, overmatig markeren.

Castreren zal het ongewenste gedrag echter nooit volledig wegnemen.  Veel hangt ook af van de leeftijd waarop men zal castreren. Castreren kan ook een verhoogde gevoeligheid voor zwaarlijvigheid met zich meebrengen.

Doorgaans hebben de kleinere hondenrassen een hoger libido en vertonen zij dus vlugger ongewenst gedrag.  Grotere rassen hebben na castratie vaker een verhoogde gevoeligheid voor zwaarlijvigheid.

Meestal is het aanbevolen om kleine hondjes te castreren op de leeftijd van 6 maand, tenzij je er mee wenst te fokken.  Bij de grotere hondenrassen gaat men best een afwachtende houding aannemen.  Indien bepaald gedrag door de eigenaar niet geaccepteerd wordt, kan alsnog gecastreerd worden.

Verlatingsangst of niet alleen thuis kunnen zijn

 bij honden:

Uit ervaring blijkt regelmatig dat een hond moeite kan hebben met het alleen thuis zijn.

Het niet alleen in huis kunnen achterblijven kan blijken uit  verschillende gedragingen:

  • Vocaliseren; blaffen/ janken/ huilen.
  • Onzindelijkheid; ontlasten (diarree), urineren en zelfs braken.
  • Vernielzucht; vaak beperkt dit zich niet tot het kluiven aan een stoelpoot.
  • Depressiviteit; tijdens uw afwezigheid trekt de hond zich terug, eet/ drinkt niet meer en voelt zich letterlijk doodongelukkig.

A. Het niet alleen kunnen zijn of verlatingsangst kan meerdere

 oorzaken hebben:

1. Niet alleen kunnen zijn:

Het niet of foutief aangeleerd zijn alleen thuis te blijven. Van nature is de hond een roedeldier. Het alleen achterblijven in een territorium (uw huis) is geen aangeboren eigenschap. Als eigenaar van m.n. een jonge hond dient men de hond dit op verantwoorde wijze aan te leren. Vaak wordt dit stukje opvoeding om welke reden dan ook overgeslagen. Het foutief of niet geleerd hebben alleen thuis te zijn is de grootste reden waarom honden hier moeite mee hebben. Wanneer omstandigheden wijzigen en de hond gedwongen wordt voor langere tijd alleen te zijn kunnen bovenstaande problemen de kop op steken.

2. Verlatingsangst:

Een traumatische ervaring is er de oorzaak van dat uw hond ineens moeite heeft met het alleen thuis blijven. Denk aan vuurwerk door de brievenbus, inbraak, brand. Tijdens uw afwezigheid kan iets hebben plaatsgevonden waardoor de hond gestrest is geraakt. Door uw afwezigheid werd het onmogelijk het hondengedrag bij te sturen. Op die manier kan de hond uw vertrek of afwezigheid gaan koppelen aan zijn/ haar onaangename ervaring.

3. Secundaire Hyperatatchement:

Oudere honden die voorheen geen enkel probleem leken te hebben met het alleen achterblijven kunnen op latere leeftijd hier grote moeite mee krijgen. Reden is dat deze honden zowel fysiek als mentaal achteruit gaan. Zij worden getroffen door fysieke beperkingen; worden dovig, blind of slecht ter been. Deze beperkingen kunnen de hond onzeker maken waardoor deze meer en meer aan de eigenaar “hangt”. Bij afwezigheid van de eigenaar voelt zo’n hond zich kwetsbaar en depressief. Daarnaast kunnen ook honden last krijgen van dementie. Het ooit aangeleerde kan geleidelijk vervagen en door de hond niet meer herkend worden als vanzelfsprekend.

B. Wat kunt u hier zelf aan doen of hoe kunt u voorkomen dat uw hond

moeite heeft met het alleen zijn?

1. Aanleren van alleen te zijn:

Neem vakantie en investeer uw tijd in het uw pup aanleren alleen te zijn. Geef de pup een vaste, liefst afsluitbare plaats. Denk aan een bench. Voorwaarde is dat de pup geleerd heeft hierin te verblijven en zich veilig te voelen.
Ook wanneer u wel thuis bent is het noodzakelijk de hond hierin regelmatig te laten verblijven. Op die manier leert u het hondje dat het ook goed toeven is zonder continue in uw buurt te zijn. Tolereer niet dat de hond de gehele dag “op uw hielen” loopt. Stuur de hond regelmatig naar de eigen plek.

  • Verdwijn eens naar boven en laat de pup beneden.
  • Loop even de tuin in en laat de pup in huis (liefst de bench).
  • Leer de hond dat het “gewoon” is wanneer u niet in dichte nabijheid bent.
  • Oefen dit elke dag, probeer regelmaat te krijgen in het “insluiten”.
  • Werk langzaam toe naar het moment dat u de hond werkelijk alleen thuis moet laten.
  • Dit betekent dat u minuutsgewijs uw afwezigheid moet uitbouwen.
  • Na een aantal dagen, soms weken, is uw hondje in staat een aantal uren achtereen alleen te blijven.
  • Overhaast niets en observeer uw hondje. 
  •  Voorkom stress situaties. Stress doordat de hond te lang achtereen alleen wordt gelaten. Doe in dat geval een stap terug in uw trainingsschema.
  • Leer uw pup dat het ook goed kan functioneren in uw afwezigheid.
  • Maak de hond zelfverzekerd in het alleen zijn.

Wanneer de training niet lijkt te werken, of het verblijven in de bench problemen geeft zijn wij natuurlijk bereid u met het opvoeden van uw pup te helpen. Aparte informatie m.b.t. het in de bench verblijven van de hond is beschikbaar in de praktijk.

2. Omgaan met verlatingsangst:

Een traumatische ervaring opgedaan tijdens uw afwezigheid kan ervoor zorgen dat uw hond niet meer alleen thuis kan zijn. Vaak is zo’n ervaring niet te achterhalen, behalve bij brand of inbraak natuurlijk. Confronteren met dezelfde situatie en hierin ander gedrag aanleren wordt hierdoor onmogelijk. Om die redenen is het zaak is uw hond opnieuw aan te leren alleen te zijn.

  • Begin wanneer u niet echt weg hoeft de hond afstand van u te laten nemen.
  • Hoe zielig het ook lijkt na een traumatische ervaring, u kunt niet toestaan dat de hond de hele dag in uw gezelschap vertoeft. Dan leert u namelijk uw hond niet zonder u te kunnen.
  • Streng, doch rechtvaardig zult u korte metten moeten maken met het steeds achter u aanlopen, op uw voeten liggen enz.
  • Leer de hond oefeningen voor u te doen op afstand. De “blijf” oefening is hier een goede voor.
  • Rustig aan de afstand vergroten. Gewoon in huis.
  • Van centimeters, naar meters.
  • Lukt dit goed, dan gebruikt u uw huis. Hond beneden, u naar boven, hond in de gang, u in de kamer, hond in de kamer, u in de keuken.
  • Aan het toch achter u aanlopen verbindt u consequenties.
  • Houd uw hond nauwkeurig in de gaten en word niet murw door zacht gepiep.

Vaak is het gedrag van geleiders t.o.v. de hond na een traumatische ervaring reden voor de hond zich overmatig te hechten aan zijn/ haar begeleider. Wanneer u t.o.v. de hond leiding blijft geven, het goede voorbeeld blijft geven en niet teveel in gedrag verandert, wordt het mogelijk de hond snel weer in het goede, oude patroon te krijgen.

Wanneer ook nu het bovengenoemde niet lijkt te werken kan onze gedragstherapeute u wellicht verder helpen. Samen met haar kan gewerkt worden aan een therapie voor dit probleem. Hierdoor kunnen uw vragen of problemen goed begeleid worden. Naast gedragstherapie kan in dit geval, op voorschrijven van de therapeute of dierenarts, het medicijn Clomicalm® gebruikt worden. Dit middel kan helpen de hond minder angstig te maken zodat de hond beter zal reageren op de therapie.

3. Omgaan met secundaire hyperattachement :

Ook nu is het zaak de oudere hond te leren dat deze prima kan functioneren zonder uw persoon continue om zich heen te hebben. Ondanks de fysieke handicaps moet het voor uw hond zeker nog mogelijk zijn op gezette tijden alleen te blijven. Probeer bij uzelf na te gaan of uw eigen gedrag t.o.v. de hond is veranderd. Niet ondenkbaar is dat u, nu u de hond als “bejaarde” ziet, de hond anders benadert. Natuurlijk is het zielig voor de hond dat hij nu bijna niets meer hoort, ziet, of slecht ter been raakt. Logisch dat u uw trouwe kameraad hierom meer in de watten wilt leggen. Toch kan uw eigen gedrag de hond, zelfs op oudere leeftijd, nog aanleren dat deze afhankelijk van u is. Uw afwezigheid maakt de hond tenslotte nu onzeker of angstig, zodat stress het gevolg kan zijn. Bij honden die een bepaalde vorm van dementie ontwikkelen kan medicatie een hulpmiddel zijn. Het medicijn Selgian® kan goede invloed hebben op bepaalde afwijkende gedragingen. Het middel Clomicalm® heeft invloed op de angstontwikkeling van uw hond. Beide producten kunnen alleen effectief zijn als goede gedragsbegeleiding aanwezig is.

Onze praktijk neemt dit soort gedragsproblemen zeer serieus en is zeker bereid u hierin te ondersteunen.

Praktische en algemene tips m.b.t. het alleen thuis kunnen zijn van uw hond:

  • Leer uw hond te functioneren zonder in uw directe nabijheid te zijn. Neem regelmatig letterlijk afstand van uw hond. Hiermee voorkomt u overmatige aanhankelijkheid.
  • Maak van uw aankomst en/ of vertrek geen ceremonie. Daarmee maakt u de situatie voor de hond namelijk bijzonder. Wanneer u zelf ergens opgewonden over doet volgt de hond uw voorbeeld. Tijdens uw afwezigheid kan stress opgebouwd worden vanwege het verwachte moment dat u terugkomt.
  • Straf de hond niet wanneer u toch iets onaangenaams te wachten staat als u thuis komt. Net als bovengenoemde zorgt het feit dat u eens weer thuis komt dan voor stress ten tijde van uw afwezigheid. Gevolg; ongewenst gedrag.
  • Houdt de hond zowel fysiek als mentaal in goede conditie wanneer u wel thuis bent. Doe oefeningen, wandel, speel; zorg ervoor dat de hond het niet erg vindt wanneer u weggaat, omdat het dan voor de hond goed rusten is.
  • Voorkom dat de hond uitgeput in slaap valt wanneer u wél aanwezig bent. Houdt de volwassen hond gerust wakker voordat u weg moet. Meer reden voor de hond uit te rusten wanneer u weg bent.

C. Feiten of fabels?

  • Nee, het helpt niet de hond iets te doen te geven wanneer u afwezig bent. Hiermee versterkt u alleen het “doenerige” van de hond tijdens uw afwezigheid. Bovendien verliest de gestresste hond alle interesse in zijn omgeving wanneer het om overmatige aanhankelijkheid gaat.
  • Nee, het is niet zielig om wanneer u thuis bent regelmatig te doen of u er voor de hond niet bent. Het helpt de hond juist minder moeite te hebben met uw daadwerkelijke afwezigheid.
  • Nee, de hond “weet niet precies waar het om gaat” wanneer u thuiskomt en uw bankstel is omgebouwd tot konijnenhol, of wanneer er een onwelriekende hoop op u ligt te wachten. Honden zijn uitstekende observeerders. Geboren uit noodzaak, omdat zij onze taal niet spreken. Wanneer u alleen al uw ogen ten hemel slaat voelen zij al dat uw gedrag voor hen onvoorspelbaar en onheilspellend zal zijn.
  • Nee, het is niet zielig de hond in een kleine ruimte in te sluiten. Hierdoor maakt u de leefruimte van de hond juist overzichtelijk. Daarnaast wordt het voor de hond onmogelijk zich ongewenst te gedragen wat eventuele strafmaatregelen voorkomt.
  • Nee, een hond erbij nemen wil niet zeggen dat het probleem over is. Wanneer de hond juist aan ú hecht zal de andere hond hem een “worst” zijn. Sterker nog; de kans dat de 2e hond het gedrag zal overnemen is eerder regel dan uitzondering.
  • Nee, hulpmiddelen als anti-blafbanden, radio, babyfoons helpen niet op langere termijn. Dit is symptoom behandeling. Beter is het probleem bij de basis aan te pakken.
  • Nee, er stiekem tussenuit knijpen wanneer de hond bijvoorbeeld slaapt is geen optie. Het maakt de zaak alleen maar erger. Op het moment dat de hond doorkrijgt dat u er niet meer bent bevestigt u diens onoverzichtelijkheid en geeft dit stress.
  • Ja, ook oudere honden is nog te leren alleen thuis te blijven. Honden zijn sowieso in staat, ongeacht de leeftijd, te veranderen in het gedrag.
  • Ja, een goede baas-hond verstandhouding is de redding om probleemgedrag te begeleiden.
  • Ja, cursus doen kan helpen, al is het alleen al om de hond oefeningen aan te leren die u in uw begeleiding kunt gebruiken. (Denk aan het mentaal bezig houden of de blijf oefening).
  • Ja, ook getraumatiseerde honden kunnen nog op andere ideeën worden gebracht. Absoluut geen makkelijke taak, maar wellicht de moeite van het proberen waard, ondersteund door medicatie heeft dit goede slagingskans.
  • Ja, ondanks dat de hond een roedeldier is moet u hem het tegennatuurlijke “alleen zijn” gedrag aanleren.

Voorhuidontsteking en/ of castratie bij de reu

A. Wat is Voorhuidontsteking?

Bij een voorhuidontsteking is de huid (aan de binnenkant) van de voorhuid ontstoken door een bacteriële infectie.
Door deze ontsteking scheidt de voorhuid etter af, die als gele of groene druppels zichtbaar zijn doordat ze aan de voorhuid hangen of doordat de hond dit soort druppels in huis verliest en een spoor van vlekken verspreidt.

B. Welke dieren krijgen een voorhuidontsteking?

Niet-gecastreerde reuen kunnen gemakkelijk een voorhuidontsteking krijgen. Gestimuleerd door hun geslachtshormonen schachten niet-gecastreerde reuen regelmatig hun penis uit, waarna bacteriën vanuit de buitenwereld in de voorhuid terecht komen en een bacteriële infectie veroorzaken.
In veel gevallen moeten deze bacteriën door het lichaam bestreden worden, waarna de bacteriële infectie een bacteriële ontsteking wordt.
Reuen die een voorhuidontsteking zullen krijgen, krijgen dit meestal al op jonge leeftijd, namelijk zodra ze seksueel actief beginnen te worden, meestal op een leeftijd van ½ tot 1 jaar.
Eenmaal een voorhuidontsteking betekent helaas meestal altijd een voorhuidontsteking, tenzij castratie plaatsvindt. 

C. Wat is er te doen tegen een voorhuidontsteking?

Indien een dier bovengenoemde symptomen heeft onderzoekt de dierenarts de hond om te controleren of er behalve de geslachtshormonen eventueel andere oorzaken zijn aan te wijzen, zoals vormafwijkingen of gezwellen van penis of voorhuid. Indien dit niet zo is, is er sprake van een ongecompliceerde voorhuidontsteking.
Therapeutisch is er een aantal mogelijkheden:

  • De voorhuid regelmatig reinigen en desinfecteren door middel van een voorhuidcleaner
  • Deze locale behandeling kan eventueel ondersteund worden door middel van een antibioticum kuur.
  • De stimulatie door geslachtshormonen wegnemen door castratie . Bij ongecompliceerde voorhuidontstekingen is dit vaak de enige definitieve oplossing. 

D. Wat zijn de gevolgen van een castratie voor mijn hond?

Allereerst adviseren wij een castratie uitsluitend als daar een lichamelijke oorzaak voor is zoals een hardnekkige voorhuidontsteking of een prostaatprobleem.
Ook bij bepaalde gedragsproblemen kan castratie, naast gedragstherapie, door de gedragstherapeute of de dierenarts geadviseerd worden. Zonder dit soort aanleidingen is castratie niet nodig en eigenlijk ook niet wenselijk, aangezien het dan om onnodig ingrijpen in het lichaam van het dier zou gaan.

Mogelijk gevolgen van castratie zijn:

  • De stofwisseling past zich iets aan, terwijl de meeste reuen na castratie duidelijk hongeriger worden en soms zelfs geobsedeerd door eten lijken. Indien u dezelfde hoeveelheden en soort voedsel zou blijven verstrekken als vóór de operatie, zou de reu te zwaar kunnen worden.
    U kunt dit eenvoudig oplossen door na de operatie nog ¾ van het dagrantsoen van vóór de operatie te geven, maar meestal is het beter te aanvaarden voor de hond als voortaan een voeding gegeven zal worden die meer vezels en minder calorieën bevat, zoals Eukanuba Restricted Calorie® (verkrijgbaar op de dierenkliniek).
    U kunt gerust gekookte groenten naar believen bij de voeding voegen zodat de hond een meer “gevuld” gevoel heeft.
  • De hond zal minder gemotiveerd worden in gedragingen die voor een groot gedeelte door zijn geslachtshormonen ingegeven worden, zoals weglopen van huis als er een loopse teef in de buurt is, of het aangaan van dominantieconflicten met andere reuen. Dit kan ook inhouden dat de hond over de gehele linie rustiger wordt.